TransTrend is niet onschuldig!

Emma (13) is vorig jaar begonnen op het voortgezet onderwijs. Tijdens een feestje is ze door een jongen uit de 2e klas op een nare manier betast. Sindsdien gaan haar schoolprestaties achteruit, heeft ze buien van somberheid, kleedt ze zich alleen nog maar in wijde truien en vormeloze broeken en snijdt ze zichzelf soms. De psycholoog waar ze uiteindelijk belandt concludeert: ‘Emma is transgender, ze voelt zich eigenlijk een jongen en daarom heeft ze allerlei psychische klachten! Ik adviseer een doorverwijzing naar de ‘Genderpoli’ in Amsterdam.’ Moeder doet ondertussen alles om Emma zich beter te laten voelen; ze veroordeelt haar niet, noemt haar zoals Emma dat wil (sinds twee weken wil ze Evert genoemd worden), en strijdt voor haar om, in de chaos die GGZ heet, op de juiste plek terecht te komen. Vertwijfeld en opgebrand belandt moeder uiteindelijk zelf bij de huisarts. ‘Ik word gek! Al die psychologen die praten haar allerlei nieuwe problemen aan! Dat gendergedoe… En ik probeer haar nog op te voeden in plaats van overal in mee te gaan, maar ik sta er helemaal alleen voor!’

(namen in deze casus zijn gefingeerd om privacy-redenen)

Sinds de opkomst van de sociale media1 zien we een stijging van duizenden procenten2–6 in aanvragen voor ‘geslachtsveranderende’ chirurgie. Waar dit voorheen een zeldzame behandeling was voor patiënten die leden aan genderidentiteitsstoornis (in 88% van de gevallen man), is het nu een verzoek van in meerderheid (85%) jonge meisjes. Een dergelijke spectaculaire spontane toename van een bepaalde aandoening, waarbij ook de man:vrouw verhouding geheel omkeert, is vanuit biologisch oogpunt onmogelijk. Het gaat hier dan ook niet meer om behandeling van de genderidentiteitsstoornis, het gaat om verzoeken tot body modification. Klinieken doen, ondanks de financiële prikkel, nog hun best om aanmeldingen gedegen te screenen en de zaak medisch te benaderen. Geheel in lijn met de genoemde verschuiving zien de patiënten dit echter als ongewenste bedilzucht van ‘cisgenders’ die hen ‘door het hoepeltje laten springen’ (MC 6/7/21) voordat ze willen overgaan tot de gewenste medische ingrepen.7 Het gaat volgens hen helemaal niet om behandeling van een ziekte. Wel is het de bedoeling dat we er middels de ziektekosten voor betalen.8,9

De casus uit de inleiding is niet uitzonderlijk. Een groot deel van de mensen die zich al ‘trans’ identificeren heeft een geschiedenis van misbruik, verwaarlozing of trauma en andere psychiatrische problemen10–12,12–22. De laatste jaren echter, kun je je puberdochter horen zeggen: ‘Mam, ik ben zo ongeveer de enige ‘cis-gender’ in mijn klas!’ Misbruikstatistieken zijn wel hoog maar niet zó hoog, dat hele schoolklassen zouden vallen in de risicogroep voor de diagnose genderidentiteitsstoornis. Wat is hier aan de hand? 

Het lijkt er op dat ‘je identificeren als trans’ de nieuwe manier geworden om uiting te geven aan de onzekerheid en onwennigheid die je voelt als puber. Welk meisje van 14 voelt zich wél fijn en op haar gemak in haar lichaam? ‘Nee natuurlijk niet, je voelt je vreselijk op die leeftijd, het is doodvermoeiend!’ aldus een vrouwelijke collega. En dit is van alle tijden. Pubergedrag ook, het éne iets risicovoller dan het andere. Wie heeft er niet een keer te veel gedronken? Een keer een joint gerookt of een pilletje gebruikt? Wie is niet een keer wat te ver gegaan met iemand van het andere geslacht? Het gaat allemaal weer over. En de gevolgen zijn meestal niet blijvend. 

Anders is dat met de TransTrend. Ouders en hulpverleners spelen hierin helaas niet, zoals wel bij drugs en drank, de corrigerende rol die je van ze mag verwachten. Integendeel; ze maken het vaak erger door er in mee te gaan. In plaats van te stuiten op een gezonde sparringpartner wordt de puber, tot haar schrik, in allerlei afwijkingen bevestigd. En hier geldt niet dat het vanzelf wel over gaat. Althans, wel als je afwacht, zo blijkt uit onderzoek.23,24 Maar niet als je ‘bevestigt’. Kinderen worden met hormoontoediening en chirurgische ingrepen blijvend beschadigd. Meisjes kunnen nooit meer kinderen krijgen na dergelijke behandelingen. Hormoonbehandelingen en chirurgische behandelingen zijn onomkeerbaar. Uit onderzoek blijkt niet dat kinderen gelukkiger worden als ze worden bevestigd in hun ‘trans-ideeën’25–28. Zelfmoordcijfers dalen niet na ‘geslachtsveranderende’ chirurgie29. Ook blijkt uit onderzoek dat, naast geslachtelijke ontwikkeling, ook geestelijke ontwikkeling, IQ, botdichtheid en vetverdeling negatief worden beïnvloed.28 En, last but not least, geslachtsverandering is onmogelijk. Na genoemde behandelingen hebben alle 37 biljoen lichaamscellen nog steeds hun oorspronkelijke XX of XY chromosoom. Wat voor de arts een geslaagde ingreep en goede omzet was, zal voor de patiënt meestal een teleurstellend resultaat blijven. 

Verschillende toonaangevende medische instituten, zoals het Karolinska Institutet in Stockholm, gingen aanvankelijk mee in het zogenaamde ‘Dutch Protocol’ (‘genderbevestigende’ hormoontherapie voor zeer jongen kinderen) maar komen daar nu van terug en noemen deze therapieën experimenteel.30 Voor dergelijke ingrijpende behandelingen wordt normaliter zeer sterk, gedegen wetenschappelijk bewijs voor veiligheid en effectiviteit vereist. Vergelijk experimentele kanker- behandelingen (en dat gaat dan nog over mensen die al aan het einde van hun leven staan…). Voordat zulk gedegen onderzoek gedaan en bewijs geleverd is, mogen we kinderen niet blootstellen aan dit soort behandelingen. Onze puberjeugd verdient beter. En ook de (zeldzame) kinderen die echt lijden aan genderidentiteitsstoornis verdienen beter!

1. Pang KC, de Graaf NM, Chew D, et al. Association of Media Coverage of Transgender and Gender Diverse Issues With Rates of Referral of Transgender Children and Adolescents to Specialist Gender Clinics in the UK and Australia. JAMA Netw Open. 2020;3(7):e2011161. doi:10.1001/jamanetworkopen.2020.11161

2. Orange R. Teenage transgender row splits Sweden as dysphoria diagnoses soar by 1,500%. the Guardian. Published February 22, 2020. Accessed January 31, 2021. http://www.theguardian.com/society/2020/feb/22/ssweden-teenage-transgender-row-dysphoria-diagnoses-soar

3. Wiepjes CM, Nota NM, de Blok CJM, et al. The Amsterdam Cohort of Gender Dysphoria Study (1972-2015): Trends in Prevalence, Treatment, and Regrets. J Sex Med. 2018;15(4):582-590. doi:10.1016/j.jsxm.2018.01.016

4. De Gelderlander S Malika. Ellenlange wachttijden in de transzorg: ‘Dit systeem en de gevolgen ervan zijn onmenselijk.’ gelderlander.nl. Published February 3, 2022. Accessed April 19, 2022. https://www.gelderlander.nl/binnenland/ellenlange-wachttijden-in-de-transzorg-dit-systeem-en-de-gevolgen-ervan-zijn-onmenselijk~af54edee/

5. NOS. Toename jongeren in de transgenderzorg leidt tot nog langere wachtlijsten. Published October 9, 2021. Accessed April 19, 2022. https://nos.nl/l/2397280

6. Kwartiermaker Transgenderzorg. Voortgang Kwartiermaker Transgenderzorg » Zorgvuldig Advies. Zorgvuldig Advies. Accessed April 18, 2022. https://zorgvuldigadvies.nl/voortgang-kwartiermaker-transgenderzorg/

7. Kleijne I. Tweede Kamer wil andere transgenderzorg. Accessed April 20, 2022. https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/nieuwsartikel/tweede-kamer-wil-andere-transgenderzorg-.htm

8. Transgender Netwerk Nederland. betere-zorg-voor-transgender-personen-wereldwijd. Transgender Netwerk Nederland. Published June 20, 2018. Accessed April 20, 2022. https://www.transgendernetwerk.nl/betere-zorg-voor-transgender-personen-wereldwijd-who-haalt-genderdysforie-van-de-lijst-geestesziekten/

9. American Psychiatric Association. DSM-5 | Nieuwe DSM-5-classificatie “genderdysforie” geeft toegang tot zorg zonder te stigmatiseren. Accessed April 20, 2022. https://www.dsm-5.nl/documenten/artikel/35/Nieuwe-DSM-5-classificatie-genderdysforie-geeft-toegang-tot-zorg-zonder-te-stigmatiseren

10. Zucker KJ, Bradley SJ. Adoptee overrepresentation among clinic-referred boys with gender identity disorder. Can J Psychiatry Rev Can Psychiatr. 1998;43(10):1040-1043. doi:10.1177/070674379804301011

11. Giovanardi G, Vitelli R, Maggiora Vergano C, et al. Attachment Patterns and Complex Trauma in a Sample of Adults Diagnosed with Gender Dysphoria. Front Psychol. 2018;9:60. doi:10.3389/fpsyg.2018.00060

12. Saleem F, Rizvi SW. Transgender Associations and Possible Etiology: A Literature Review. Cureus. 2017;9(12):e1984. doi:10.7759/cureus.1984

13. Garg G, Elshimy G, Marwaha R. Gender Dysphoria. In: StatPearls. StatPearls Publishing; 2020. Accessed January 29, 2021. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK532313/

14. Green AH. Impact of sexual trauma on gender identity and sexual object choice. J Am Acad Psychoanal. 1994;22(2):283-297. doi:10.1521/jaap.1.1994.22.2.283

15. Bechard M, VanderLaan DP, Wood H, Wasserman L, Zucker KJ. Psychosocial and Psychological Vulnerability in Adolescents with Gender Dysphoria: A “Proof of Principle” Study. J Sex Marital Ther. 2017;43(7):678-688. doi:10.1080/0092623X.2016.1232325

16. van der Miesen AIR, Hurley H, Bal AM, de Vries ALC. Prevalence of the Wish to be of the Opposite Gender in Adolescents and Adults with Autism Spectrum Disorder. Arch Sex Behav. 2018;47(8):2307-2317. doi:10.1007/s10508-018-1218-3

17. Madeddu F, Prunas A, Hartmann D. Prevalence of Axis II disorders in a sample of clients undertaking psychiatric evaluation for sex reassignment surgery. Psychiatr Q. 2009;80(4):261-267. doi:10.1007/s11126-009-9114-6

18. de Freitas LD, Léda-Rêgo G, Bezerra-Filho S, Miranda-Scippa Â. Psychiatric disorders in individuals diagnosed with gender dysphoria: A systematic review. Psychiatry Clin Neurosci. 2020;74(2):99-104. doi:10.1111/pcn.12947

19. Duišin D, Batinić B, Barišić J, Djordjevic ML, Vujović S, Bizic M. Personality disorders in persons with gender identity disorder. ScientificWorldJournal. 2014;2014:809058. doi:10.1155/2014/809058

20. Hepp U, Kraemer B, Schnyder U, Miller N, Delsignore A. Psychiatric comorbidity in gender identity disorder. J Psychosom Res. 2005;58(3):259-261. doi:10.1016/j.jpsychores.2004.08.010

21. Wallien MSC, Swaab H, Cohen-Kettenis PT. Psychiatric comorbidity among children with gender identity disorder. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry. 2007;46(10):1307-1314. doi:10.1097/chi.0b013e3181373848

22. Milano W, Ambrosio P, Carizzone F, De Biasio V, Foggia G, Capasso A. Gender Dysphoria, Eating Disorders and Body Image: An Overview. Endocr Metab Immune Disord Drug Targets. 2020;20(4):518-524. doi:10.2174/1871530319666191015193120

23. Steensma TD, McGuire JK, Kreukels BPC, Beekman AJ, Cohen-Kettenis PT. Factors associated with desistence and persistence of childhood gender dysphoria: a quantitative follow-up study. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry. 2013;52(6):582-590. doi:10.1016/j.jaac.2013.03.016

24. Drummond KD, Bradley SJ, Peterson-Badali M, Zucker KJ. A follow-up study of girls with gender identity disorder. Dev Psychol. 2008;44(1):34-45. doi:10.1037/0012-1649.44.1.34

25. Wold A. Gender-Corrective Surgery Promoting Mental Health in Persons With Gender Dysphoria Not Supported by Data Presented in Article. Am J Psychiatry. 2020;177(8):768. doi:10.1176/appi.ajp.2020.19111170

26. D’Angelo R, Syrulnik E, Ayad S, Marchiano L, Kenny DT, Clarke P. One Size Does Not Fit All: In Support of Psychotherapy for Gender Dysphoria. Arch Sex Behav. 2021;50(1):7-16. doi:10.1007/s10508-020-01844-2

27. Brown GR. A review of clinical approaches to gender dysphoria. J Clin Psychiatry. 1990;51(2):57-64.

28. Korte A, Goecker D, Krude H, Lehmkuhl U, Grüters-Kieslich A, Beier KM. Gender Identity Disorders in Childhood and Adolescence. Dtsch Ärztebl Int. 2008;105(48):834-841. doi:10.3238/arztebl.2008.0834

29. Dhejne C, Lichtenstein P, Boman M, Johansson ALV, Långström N, Landén M. Long-Term Follow-Up of Transsexual Persons Undergoing Sex Reassignment Surgery: Cohort Study in Sweden. PLOS ONE. 2011;6(2):e16885. doi:10.1371/journal.pone.0016885

30. Sweden’s Karolinska Ends All Use of Puberty Blockers and Cross-Sex Hormones for Minors Outside of Clinical Studies. Accessed March 22, 2022. https://segm.org/Sweden_ends_use_of_Dutch_protocol

Nieuwe Transgenderwet maakt de begrippen man en vrouw inhoudsloos

https://www.trouw.nl/opinie/nieuwe-transgenderwet-maakt-de-begrippen-man-en-vrouw-inhoudsloos~b0723892/

Aanpassingen in de Transgenderwet zullen slechts voor onduidelijkheid zorgen, meent huisarts Gerrit Roorda.

De Kamer debatteert binnenkort over het voorstel ieder objectief criterium los te laten bij de officiële geslachtsregistratie. In 1985 is met de komst van de Transgenderwet de biologische basis van de geslachtsregistratie al losgelaten. Na aanpassing van het uiterlijk middels chirurgie mocht ­iedereen zich laten registreren met het gewenste geslacht. In 2014 werd de geslachtsregistratie ook losgekoppeld van uiterlijke geslachtskenmerken. Nu wordt voorgesteld om het ook voor kinderen en pubers mogelijk te maken hun geslachtsregistratie aan te passen of te verwijderen (‘X’) zonder professioneel onderzoek naar de duurzaamheid van deze wens.

Dit voorstel is om meerdere redenen een slecht idee. Drie ervan wil ik noemen. Allereerst lost deze wet het probleem niet op. Verder maakt de wet het begrip man en het begrip vrouw inhoudsloos en belemmert de wet de voortgang van medisch wetenschappelijk onderzoek.

Sekse-­specifieke geneeskunde

Om met het laatstgenoemde punt te beginnen: de medische wetenschap begint de afgelopen decennia pas substantiële vooruitgang te boeken op het gebied van geslachtsspecifieke geneeskunde. Met name vrouwen profiteren hiervan, gezien het feit dat de huidige medische kennis voornamelijk is gebaseerd op het volwassen mannelijke lichaam. Pas de laatste jaren weten we dat bijvoorbeeld het hartinfarct bij vrouwen vaak wordt gemist omdat die andere symptomen hebben dan de mannelijke symptomen die in de geneeskundestudie worden geleerd. Prof. dr. Lagro-Janssen stond in Nederland aan de wieg van het wetenschappelijk onderzoek naar sekse-­specifieke geneeskunde. Ze bekleed­de van 1996 tot 2013 de leerstoel Vrouwenstudies Medische Wetenschappen aan de Radboud Univer­siteit.

In 2016 is er 12 miljoen euro uitgetrokken voor een kennisprogramma Geslachtsspecifieke Gezondheid, uitgevoerd door ZonMw. De conclusie luidde dat de kennisachterstand was verkleind, maar nog niet ingelopen. Als het biologische geslacht wordt losgelaten in de geslachtsregistratie, kan een onderzoeker er niet meer van op aan dat data over ‘vrouwen’ ook daadwerkelijk gaan over mensen met het XX-chromosoom. De vooruitgang in diagnostiek en behandeling van vrouwen wordt gehinderd als deze wet wordt aangenomen.

Een volgend probleem van deze wet is dus dat de begrippen man en vrouw inhoudsloos worden. Als het begrip man wordt gedefiniëerd als ‘eenieder die zich identificeert als man’, en Joanne zegt dat ze man is, wat betekent het dan nog wanneer Fieke ook zegt zich als man te identificeren? Dat ze zich identificeert als iemand zoals Joanne, die immers man is? Met borsten en een baarmoeder? Of eigenlijk toch als de biologische man, met een penis en een baard en chromosoom XY?

Zo ook vice versa: je identificeren als vrouw betekent dan alleen nog: je identificeren als mensen die zich identificeren als vrouw. Zo komen we in een cirkelredenering terecht met de vraag wat een vrouw dan is.

Waar is een paspoort eigenlijk voor?

Dan het eerstgenoemde punt, de wet lost geen probleem op. Terpstra en Berghouwer van Transgendernetwerk vertelden in Trouw (17 mei) dat het “een last is dat je niet de autonomie over je eigen zijn hebt, dat iemand anders voor jou moet zeggen wie jij bent” en dat de huidige situatie “een schending is van het mensenrecht dat je zelf mag bepalen wie je bent”.

Los van het feit dat dit laatste niet kan én geen mensenrecht is, is het een illusie om te denken dat een andere letter in je paspoort de ervaren problemen zal oplossen. Het afschaffen van de leeftijdsgrens en van professioneel onderzoek als voorwaarden voor het veranderen van de geslachtsregistratie zal deze identiteitsproblemen dan ook niet verhelpen.

Tot slot kunnen we ons de vraag stellen waar een paspoort eigenlijk voor is. En of het dit doel nog dient als het gegevens bevat die geen enkele objectieve grond meer hebben.