Racisme
Het woord racisme wordt te pas en te onpas gebruikt. Een politicus bijvoorbeeld die het immigratieprobleem ter sprake brengt kan de racismekaart direct verwachten (alsof het immigreren naar Nederland je tot een bepaald ras doet behoren). Ook Wilders werd onterecht voor racist uitgemaakt toen hij riep om minder Marokkanen. Het gaat hier namelijk niet om een oordeel op basis van ras. Uitingen van werkelijk racisme zijn gelukkig zeldzaam geworden. De afgelopen weken waren we echter getuige van onversneden racisme. Een Nederlandse volksvertegenwoordiger die, namens de regering, in Suriname excuses zou gaan maken voor de rol van Nederland in het verleden, zou niet welkom zijn vanwege zijn huidskleur. Het ging niet om zijn rol, niet om zijn CV, niet om wat hij zou zeggen, niet om namens wie hij het zou zeggen, het ging om de huidskleur waar hij mee geboren is. Hiervoor is de term racisme nu eens wel op zijn plaats.
Volksvertegenwoordiging
Merk op dat het niet gaat om een persoonlijke excuses. Weerwind zelf is niemand excuses verschuldigd. Ook gaat het niet om excuses voor daden van zijn voorouders. Het gaat om excuses namens de Nederlandse regering, voor de rol van de Nederlandse regering in een ver verleden. Wie de persoon is die als vertegenwoordiger van die regering optreedt zou geen rol moeten spelen. Het zou niet uit moeten maken of het een vrouw of een man is, of het een hetero- of homoseksueel is, of het een oud of jong persoon is. Het zou ook niet uit moeten maken of de huidskleur beige, bruin, zwart, geel of rood is. Toch wordt er openlijk gesteld dat hij in dezen niet als vertegenwoordiger van de regering zou moeten optreden vanwege iets waar hij niets aan kan doen: zijn huidskleur.
De erfenis van het postmodernisme
Racisme werd in de tweede helft van de vorige eeuw steeds verder uitgebannen. Sinds het einde van die eeuw lijkt het echter weer sociaal geaccepteerd om oordelen te vellen op basis van huidskleur. Onder invloed van het postmodernisme is men de wereld gaan interpreteren in termen van macht en onderdrukking, gebaseerd op verschillen in huidskleur, geslacht of seksuele voorkeur. We luisteren niet naar wát iemand zegt maar oordelen op basis van wíe het zegt en waar die persoon zich bevindt op het fictieve spectrum van onderdrukker tot onderdrukte. Een ander recent voorbeeld van dit 21ste-eeuwse racisme is de rel rond de vertaling van Amanda Gorman’s gedicht. Uitgeverij Meulenhoff meende met Marieke Lucas Rijneveld een geschikte kandidaat gevonden te hebben voor de vertaling. Niet op basis van ervaring ter zake, die had ze geheel niet. Nee, op basis van haar plaats op dat fictieve spectrum van onderdrukking. Ze was weliswaar wit en welgesteld maar ze identificeerde zich als ‘non-binair’ en behoorde als zodanig tot de onderdrukten. Net als Gorman die tenslotte zwart was. Helaas, het idee kon niet rekenen op de goedkeuring van de ‘gemeenschap der onderdrukten’. Die gaf met zoveel misbaar te kennen dat de vertaling alleen mocht geschieden door iemand met een zwarte huid dat Meulenhoff zowaar overstag ging.
Deze manier van denken is op geen enkele manier constructief of nuttig. We beoordelen elkaar niet meer op elkaars kwaliteiten. Ook naar onszelf kijken we niet meer eerlijk en kritisch. Bij persoonlijke tegenslag is het spelen van de discriminatiekaart het gemakszuchtige alternatief voor zelfreflectie.
Laten we weer ophouden met die ongezonde focus op identiteit, ras en geslacht en juist de bestaande verschillen vieren! Laten we niet focussen op macht of onderdrukking maar op liefde en vergeving. Laat het feit dat Weerwind namens de Nederlandse regering spreekt daar het ultieme teken van zijn!