Wij zijn niet de enige en niet de eerste beschaving. Vele beschavingen gingen ons voor, en vielen uiteen. In alle gevallen werd dat verval ingeluid door het verslappen en verdwijnen van seksuele moraal. Voorrang geven aan het bevredigen van lusten boven zelfbeheersing en huwelijkstrouw bleek nooit langer dan enkele generaties samen te gaan met een bloeiende beschaving.
Dit patroon werd onder anderen beschreven door de historicus Toynbee, een beroemde links- elitaire intellectueel, anti-religieus en anti-imperialistisch. Vandaag de dag zou hij D66 gestemd hebben. Over elitair gesproken: een ander patroon dat Toynbee observeerde was dat in een sterke maatschappij de manieren en moraal van de elite worden geïmiteerd door het proletariaat (de onderklasse). In een falende maatschappij draait dat patroon om. De elite wordt vulgair, promiscue, imiteert manieren en moraal van de onderklasse. Ook op het gebied van kleding, taalgebruik en kunst.
Kijken we naar onze eigen maatschappij dan herkennen we de symptomen die in vrijwel alle onderzochte beschavingen duidden op hun naderend einde. Gedrag dat enkele decennia geleden ordinair werd genoemd is vandaag geheel geaccepteerd. Kleding die alleen door hoeren werd gedragen is vandaag bon ton, ook bij jonge kinderen. Kort geleden, halverwege de vorige eeuw, was seks buiten het huwelijk iets dat hoogstens stiekem gebeurde. En dan meestal met de persoon met wie men ging trouwen. Nu is het bij hoge uitzondering dat iemand absoluut monogaam is. Kreeg men destijds een kind zonder getrouwd te zijn dan heette dat een bastaard. Later werd het aangeduid als onwettig kind. Nu wordt het geheel niet meer benoemd. Mooi toch? Vrijheid blijheid! zou je kunnen zeggen.
Maar nee, als we om ons heen kijken zien we dat het niet heeft geresulteerd in vrijheid en ook niet in blijheid. Nederland heeft het hoogste percentage eenpersoonshuishoudens ter wereld; mensen blijven alleen of verbreken hun relatie. Resultaat is eenzaamheid en een woningentekort. Kinderen van gescheiden ouders lopen meer kans op allerlei psychische stoornissen. De GGZ barst uit haar voegen: psychiatrische patiënten zitten zonder behandeling. Kinderen van alleenstaande moeders worden vaker verwaarloosd, mishandeld of seksueel misbruikt. Veel meisjes zijn onvruchtbaar door opgelopen SOA’s of doordat ze zich hebben laten verminken in het VU medisch centrum. Hier worden sinds de opkomst van social media duizenden meisjes met verwarring over hun geslachtsrol chemisch of chirurgisch gesteriliseerd. Het ontbreekt deze kinderen aan een helder voorbeeld, een rolmodel. In de meeste gevallen is er sprake van gescheiden ouders, verwaarlozing of misbruik.
Kinderen zijn het eerste slachtoffer van het loslaten van een strikte seksuele moraal. Het laatste slachtoffer is onze beschaving.
Waar te beginnen als we dit probleem aan willen pakken? Bij de behandeling van SOA’s? Bij de overbelaste GGZ? De Jeugdzorg? De Kinderbescherming? Dat is wat Nederland doet. We maken ons druk om de symptomen maar we zijn blind voor de oorzaak. Het loslaten van seksuele mores.
Ondertussen doet de zwaar door de overheid gesubsidieerde Rutgersstichting er juist alles aan om promiscuïteit te stimuleren. (Niet voor niets doet ze dit samen met SOAIDS Nederland; seks is, zonder moraal, inderdaad intrinsiek verbonden met ziekte) Scholen worden verplicht om kinderen vanaf de kleuterleeftijd al ‘seksuele vorming’ te geven (merk op: ‘vorming’ ipv ‘voorlichting’). De Stichting Rutgers produceert daarvoor het lesmateriaal én adviseert de overheid in de keuze van lesmateriaal. Dit alles – zoals vermeld- met miljoenen aan overheidssubsidies. Kleuters wordt het eerste dat ze in hun leven leerden, de meest basale kennis kennis waar ze op steunen, al ontnomen: Het feit dat zij een mama én een papa hebben. Dat er verschil is tussen papa en mama. Het feit dat ze óf een jongetje zijn, net als papa, óf een meisje, net als mama. (NB Omdat zogenaamde ‘transgenders’ zich onzeker en ellendig voelen luidt de oplossing dat dan iedereen maar onzeker gemaakt moet worden. Met alle ellendige gevolgen van dien).
Vervolgens wordt de kinderen geleerd dat het enige criterium bij seks is dat het ‘leuk’ moet zijn. Als beide partijen het maar leuk vinden is het okay. Maar na ‘vorming’ door Rutgers staan jonge meisjes al bij voorbaat 3-0 achter als één van de jongens het zojuist geleerde wel eens in praktijk wil gaan brengen. Rutgers vertelt de jongens en meisjes namelijk: ‘Een manier van seks hebben is geslachtsgemeenschap. De piemel van een man gaat dan in de vagina van een vrouw of in de anus van een man of vrouw.’ en ‘een vrouw moet opgewonden zijn want anders is de vagina niet nat en kan het pijnlijk zijn. Zorg dus dat je voldoende opgewonden en ontspannen bent’. Niet alleen gaat men voorbij aan de signaalfunctie van ‘niet ontspannen zijn’. Even kwalijk is dat aan jonge kinderen, nog niet eens begonnen met de ontwikkelen van hun seksuele organen, domweg wordt verteld dat het even normaal is om een penis in een anus te steken als het is om die in een vagina te steken. Dat verreweg het grootste deel van de mensen niet van anale penetratie gediend is wordt niet vermeld. Dat anale seks risico op incontinentie voor ontlasting geeft, dat anale seks voor vrouwen zelden fijn is en vaak samengaat met dwang, dat anale seks het het risico op HIV, HPV en andere SOA’s verhoogt wordt eveneens onvermeld gelaten. Tot zover de manier waarop Rutgers de seksuele opvoeding van uw kind van u overneemt.
Hoe zit het met de rol van de overheid? Voor een probleem met zulke enorme gevolgen op gebied van volksgezondheid, mishandeling, verwaarlozing, volkshuisvesting, eenzaamheid etcetera verwachten we een gedegen aanpak. Maar in plaats van kinderen proberen bij te brengen welke prachtige rol seks heeft binnen een duurzame relatie, geeft de overheid nog een aanmoediging voor promiscuïteit: vanaf de leeftijd van negen (!) jaar wordt onze kinderen een vaccinatie tegen de meest voorkomende SOA gegeven. Toen HPV werd ontdekt als veroorzaker van baarmoederhalskanker deed men onderzoek naar de rol van promiscuïteit in het oplopen van dit virus. Het vinden van een monogame onderzoekspopulatie had anno 1989 al wat voeten in de aarde. Ze werd gevonden in een Venezolaanse indianenstam. Als controlegroep werden prostituees uit de omliggende steden gebruikt. Het virus kwam in de eerste groep geheel niet voor terwijl het onder de prostituees bij 25-40% van de vrouwen voorkwam. Ongeveer evenveel als momenteel in onze maatschappij.
Of de aanstaande ineenstorting van onze beschaving voldoende motivatie is voor verandering betwijfel ik. Ook op een maatschappelijk gedeeld besef van ‘goed en kwaad’ moeten we misschien niet meer hopen. Maar ook vanuit een puur hedonistische visie is enige seksuele moraal te prefereren boven de illusie van ‘vrijheid blijheid’. Uit onderzoek blijkt dat getrouwde mensen langer leven, minder eenzaam zijn en gelukkiger zijn. Kinderen uit gebroken gezinnen lijden vaker aan psychische stoornissen en blijken later zelf ook minder goed in staat een duurzame relatie te onderhouden. Reden genoeg om te stoppen met het onderwijzen van ‘leuk’ als enige seksuele moraal en om seksuele opvoeding van kinderen weer te laten waar die hoort: bij de ouders.