Poverty

‘Poverty is a mindset’ concludeerde een vriend van me na een paar maanden ontwikkelingswerk in ruraal India. Wat kort door de bocht? Mensen die geen armoede kennen zullen de stelling afdoen als blasé of zelfs grof. Maar velen die wat langer dan enkele dagen met arme mensen gewerkt hebben zullen begrijpen waar de gedachte vandaan komt.

Multifactorieel

Natuurlijk heeft armoede vele oorzaken. Voor een groot deel wordt armoede veroorzaakt door de combinatie van geografie, klimaat, cultuur en internationale machtsverhoudingen. Het isgelijkteken tussen poverty en mindset is dus inderdaad wat kort door de bocht. Maar er bestaat wel degelijk een verband. Laten we de meningen voorbij gaan en de zaak eens wetenschappelijk benaderen.

We zullen eerst moeten definiëren wat ‘mindset’ precies is. En over wat voor verband we spreken. Is er sprake van causaliteit? En zo ja, in welke richting?

Een definitie van mindset gaan we niet bereiken vandaag. Naar wat ‘mind’ precies is zoeken filosofen en wetenschappers al eeuwen. ‘Philosophy of mind’ is een heel eigen vakgebied.
Maar met mindset wordt over het algemeen een manier van denken bedoeld. Meer als in de instelling, de ‘preset’ van de cognitie en de conatie, de wil. Conatie wordt ook omschreven als ‘de capaciteit tot focus en durende inspanning’.

Onderzoek

Voor een verband tussen lagere cognitieve vaardigheden en armoede bestaat wetenschappelijk bewijs. Wat betreft causaliteit: dat het eerste een oorzaak kan zijn van het laatste is logischerwijs te verwachten. Dat armoede ook een oorzaak kan zijn van lagere cognitieve vaardigheden is recentelijk onderzocht. Resultaten lijken in die richting te wijzen. Al vanaf de geboorte kan een verschil in groei van het brein worden gemeten tussen kinderen in rijke versus kinderen in arme gezinnen. Bij de geboorte is dit verschil nog vrijwel niet aanwezig . Nu is het meten van volume van verschillende delen van het brein een zeer primitieve maat. Vergelijk het beoordelen van de capaciteiten van een computer aan de hand van de fysieke afmetingen. Dit is nu eenmaal het niveau waarop ons begrip van het brein zich bevindt. Veel verfijndere manieren van meten hebben we niet. Behalve dan helemaal aan het uiteinde van de keten: het testen van IQ. En op dat gebied werd al eerder aangetoond dat kinderen uit armere gezinnen (lagere SES: sociaal economische status) gemiddeld een lager IQ hebben. Dat verschil bestaat al op een leeftijd van 2 jaar (6pt) en verdrievoudigd tot de leeftijd van 16 jaar. De grootste factor van invloed bleek ‘parental education’. Ook gecontroleerde studies naar de kwaliteit van beslissingen van mensen in situaties van schaarste tonen een direct negatief effect aan.

Armoede is dus erfelijk. Niet alleen via een kleiner financieel startkapitaal maar ook via een kleiner intellectueel startkapitaal. Of eigenlijk een mindere ontwikkeling van het startkapitaal. Bij de geboorte zijn de verschillen namelijk verwaarloosbaar. Hoewel in extreme omstandigheden zelfs daar al een achterstand kan bestaan door voedingsdeficienties en parasitaire infecties bij de moeder.

IQ

Tellen we al deze factoren bij elkaar op, en vermenigvuldigen we ze met generaties lange armoede, dan kunnen we verklaren wat we zien gebeuren in landen als Malawi. Er is sprake van een negatieve feedbackloop, een vicieuze cirkel waaraan erg moeilijk is te ontkomen. Zoek maar eens op Google naar ‘average IQ malawi’. Volgens de DSM-V, (Diagnostic and Statistical Manual, het diagnostisch handboek psychiatrie) wordt dit IQ geclassificeerd als Mild Intellectual Disability. “Licht Verstandelijk Beperkt”, met “een cognitief niveau van een kind tussen de 7 en 11 jaar oud”. Natuurlijk zal worden opgemerkt dat IQ-tests niet cultureel neutraal zijn. Zoals gezegd zijn onze meetinstrumenten betreffende de functie van het brein inderdaad zeer rudimentair. Toch zijn de capaciteiten die met een IQ test getoetst worden precies de capaciteiten die nodig zijn voor het opzetten van een bedrijf, van een productieproces, voor het bouwen van een complex product, voor het leiden van een ziekenhuis. Naast ‘verbaal begrip’ worden getest: het werkgeheugen, de capaciteit tot perceptueel redeneren en de verwerkingssnelheid.

Armoedebestrijding

We begonnen met de constatering dat armoede voor een groot deel wordt veroorzaakt door geografie, cultuur, internationale machtsverhoudingen en klimaat. Dit is een deprimerend rijtje, omdat we op deze factoren vrijwel geen invloed hebben. Het is daarom hoopgevend dat cognitieve vaardigheden ook van invloed zijn. Dit biedt een opening voor interventie. Wellicht zijn projecten die de aanleg van speeltuinen en opleiding van kleuterjuffen beogen ons meest effectieve instrument in de bestrijding van armoede!

References