Ora et labora

1 november 2023

‘’Madam, there is a woman who wants to speak to you’’, roept Dickson, onze watchman. Ik loop naar de grote schuifdeur die hij op een kier heeft gezet. Eenmaal buiten gekomen zie ik een vrouw op de grond zitten. Ze heeft een zak bij zich, waar nog een klein beetje meel in zit. Waarnemen en interpreteren, een nóg moeilijkere opgave hier in Malawi. We zijn hier nog maar zo kort. Een getekend gezicht, kapotte schoenen, helemaal onder het stof, ze lijkt ook een paar tanden te missen. Ze kijkt me niet aan, richt haar blik naar de grond. Dickson vertaalt. De vrouw heeft zes kinderen, in totaal acht monden te voeden inclusief zichzelf.

Gisteren werden we voor het eerst geconfronteerd met deze werkelijkheid hier achter onze eigen poort. Van anderen hebben we wel gehoord dat dit zo nu en dan voorkomt, zeker in deze komende maanden. Maar wanneer het dan je eigen erf op komt, krijgt dit een heel andere lading. 

Philip en Annet (onze huishoudster, tevens vrouw van Dickson) lopen samen naar de poort.

In Nederland is het vandaag Dankdag, van oorsprong om te danken voor gewas, arbeid en visserij. Vandaag de dag richt zich dat voornamelijk op onze arbeid, vaak verbonden aan allerlei maatschappelijke thema’s. 

In Malawi zou je de momenten van dank- en biddag beter om kunnen draaien. Precies vandaag, 1 november, begint hier officieel het regenseizoen. Men staat aan het begin van een periode van zaaien, planten en hopen op voldoende opbrengst straks aan het einde ervan ergens eind maart/begin april. Binnenkort verandert het rode stoffige landschap in een groene oase, zou je denken.

Maar tegelijk betekent dit ook het begin van een periode van extremere armoede en honger. De mensen zijn door de voorraden heen van de opbrengst uit het voorjaar en de nieuwe oogst moet nog gezaaid worden.

Te midden van zoveel misère zou de moed je gemakkelijk in de schoenen kunnen zakken. Waar te beginnen, wat te doen? 

Deze morgen vond ik bemoediging in de volgende tekst:

Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat de inspanningen die u voor de Heer verricht, nooit tevergeefs zijn. ~ 1 Kor. 15:58 

Embangweni Mission Hospital

Het ziekenhuis is het enige in een gebied met zo’n 100.000 mensen. De genoemde cijfers zijn allemaal bij benadering want betrouwbare statistieken heb ik niet. In de regio zijn 4 health centers verbonden aan het ziekenhuis. Ook vanuit Zambia komen mensen hier voor zorg want richting het westen ontbreekt daar vrijwel alle infrastructuur. Fijn dat er nog stukjes aarde zijn zonder troep, maar wel lastig als je ziek bent.

Hoe dingen gaan

Zoals overal belandt ook hier het geld bij de macht, waardoor het ziekenhuis alles tekort komt. Er wordt slechts betaald voor 2 dokters waarvan één ook ziekenhuisdirecteur is. Dan zijn er een stuk of 7 Clinical Officers. Ze hebben maar 3 jaar opleiding genoten maar doen alles: van patiënten behandelen op de polikliniek (OutPatientDepartment) tot keizersnedes doen. Verpleegkundigen zijn er wel maar vaak is er niemand op de afdeling te bekennen. Behalve dan de patiënten en hun ‘guardians’. Deze laatsten, veelal familieleden van de patiënt, doen veel van het werk dat in Nederland door verpleegkundigen en verzorgenden wordt gedaan: koken, verzorgen, wassen, zelfs medicatie toedienen. Ik hoor je denken, wat doen die verpleegkundigen dan eigenlijk? Slapen? Ja, soms echt! Maar oordeel niet te hard, vaak hebben ze er al een rij diensten op zitten en hebben ze buiten dat ook nog hun land te bewerken…

Morning devotion

De dag begint in het kapelletje, met zang, bijbellezen en een preekje. Dat wordt verzorgd door wisselende leden van het personeel. Ook wisselend in Chitumbuka of Engels. Uitstekend begin van de dag! Daarna gaat de kwaliteit achteruit.

Hospital Chapel

Morning Reports

Als iedereen is binnengedruppeld volgt de medische overdracht. De verpleegkundige van de nacht draagt voor uit andermans werk. Niet alleen het handschrift maar ook de Engelse woorden lijken soms moeilijk. Dit, in combinatie met een gebogen hoofd en mompelende dictie, maakt één en ander vaak erg moeilijk te volgen. Aantallen opnames, ontslagen en overledenen worden opgesomd en interessante of moeilijke casus worden besproken.
Ik zal wat voorbeelden geven. Not for the fainthearted. Voel je niet bezwaard om onderstaande even over te slaan..

De weinig ervaren verpleegkundige van de Labour* Ward (verloskunde) meldt dat ze een stuitbevalling heeft gedaan waarbij het hoofd van de baby niet wilde komen. De benen en het lijfje waren er al uit maar ademen lukte de baby nog niet omdat het hoofd nog in de moeder zat. Twintig minuten is ze er mee bezig geweest voordat het hoofd er uit was. Dat ‘t kind nog leeft is een wonder, maar hoe lang dat nog duurt met de opgelopen hersenschade…
‘En waarom heb je geen hulp ingeroepen?’ is het enige commentaar dat volgt. Het antwoord doet er eigenlijk niet toe want het heeft geen enkele consequentie… In Nederland zou de onderste steen boven moeten en zou de afdeling nog weken ontsteld zijn. Hier wordt er niet eens uitgezocht wie dienst had en waarom die niet gebeld is.

*Labour=werk=bevallen

In 1978 was Labour Pary, de centrumlinkse- ofwel arbeiderspartij van het Verenigd Koninkrijk, aan de macht. De Conservatives voerden bij de nieuwe verkiezingen campagne met de beste slogan ever: “Labour isn’t working!” Gaat overigens nog steeds op…

Dan een patiënt die een zelfmoordpoging heeft gedaan. Iedereen lacht. ‘Hij was het niet eens met z’n vrouw over de familyplanning, haha.’

De volgende dag twee mannen die in het donker, zonder licht, op de motor tegen een paal aan zijn gereden. Beiden een kapot gezicht, één bewusteloos, doorverwezen naar een groter ziekenhuis, de ander was nog wakker bij aankomst maar overleed een half uur later.
‘Ja, gevaarlijk om zonder licht te rijden in het donker!’

Dan begint de werkdag.

How Warm It Was And How Far

De titel van het boek van Robert Kan, een Joodse arts die als kind de Holocaust overleefde door bij mijn oma onder te duiken. Onvergelijkbaar natuurlijk, maar de titel kwam bij me op voor deze post. We reisden 27 uur van Rijswijk, Nederland, naar Embangweni, Malawi.

Gelukkig nam deze vriendelijke dame ons dit niet kwalijk!

Stop 1: Nairobi, Kenya.

Stop 2: Lilongwe, Malawi.

Groene aders in een rood land. Opeens krijgen de kleuren van de Malawese vlag op de wingtips betekenis. Het is het einde van het droge seizoen in Malawi. Op de tweede foto is één van de eerste buien al zichtbaar..

In de verte rommelde het toen we onze eerste stap op het asfalt van de landingsbaan zetten. Ik voel me weer helemaal in Afrika als mijn dollarbiljet, waar ik een visum mee wil kopen, geweigerd wordt omdat er een vouw in zit.

The Warm Heart of Africa

Het is nu een week geleden dat we landden en we zijn warm ontvangen. Allereerst door Leon en Leonie die ons kwamen ophalen op de airport. Gelukkig kenden zij de (gaten in de) weg want de lucht was zwart van het onweer. Om 16h zagen we bijna geen hand meer voor ogen.

hmm, weinig referentie, waar is dit nou precies?’ Tja.. dat hebben wij nou ook.

We komen terecht in een huis op het Loudon Mission Station in Embangweni: “Founded in 1902 by Rev. Donald Fraser. The station includes a church – in the original building, a hospital, 4 schools, a guesthouse, the headquarters of Loudon Presbytery (CCAP) as well as housing for many of the workers.”

In één van die huizen wonen we nu dus. Philip vindt het prachtig!

En wij ook. Ik wandel dagelijks langs dit monumentale huis dat Donald Fraser hier liet bouwen. Het is nog steeds het huis van de Reverend.